•• OPDAT WIJ NIET VERGETEN. ••

contact

Lex Cornelissen

In het kader van een essay voor studie van kleindochter Fabienne heeft Opa Lex Cornelissen een stuk geschreven:

Wederopbouw in de Betuwe.

Met de Betuwe bedoel ik het gebied tussen Nijmegen en Arnhem. Daar zowel Nijmegen als Arnhem beschikte over een brug over de Waal respectievelijk over de Rijn is in ons strategisch gebied hard oorlog gevoerd tussen de Duitsers en de Geallieerden, voornamelijk de Engelsen en Canadezen. En waar hard wordt gevochten vallen veel doden en gewonden en wordt ook veel kapot geschoten. De Duitse bezetting heeft zowel de brug in Nijmegen als in Arnhem geheel of gedeeltelijk vernield. Deze bruggen zijn in en na de oorlog weer opgebouwd.

In Gendt, waar we in mei 1945 vanuit ons evacuatie adres in Sinderen terug kwamen, lag heel veel in puin. Veel woonwijken waren vernield. Steenfabrieken, waar veel mensen hadden gewerkt, lagen tegen de vlakte. De kerk van de H.Martinus was groten deels verwoest en de toren was opgeblazen. Alles overziende was er veel werk aan de winkel.

De bevolking heeft toen der tijd keihard gewerkt om de schade te herstellen. Vanuit de regering werd veelal materiaal om niet of tegen lage prijs beschikbaar gesteld. De mensen die in de bouw werkten kregen voor hard werken een minimale beloning. Geld was maar in geringe mate aanwezig. Het tientje van minister Stikker werd voor ieder gezin vanuit de overheid ter beschikking gesteld. Voor de daklozen onder ons werden de zogenaamde noodwoningen gebouwd. Dit waren woningen gebouwd voor een tijdelijk bewoning en eenvoudig van karakter en inhoud. Een beperkte ruimte was beschikbaar en de inrichting was sober. In plaats van leidingwater beschikte iedere woning over een pomp om het grondwater op te pompen. Het was de bedoeling om zoveel als mogelijk deze noodwoningen op een stukje grond te plaatsen. Voor grote gezinnen, met vader en moeder met vier a vijf kinderen was het behelpen, echter men was onder dak.

De woningen waarbij de schade beperkt was gebleven werden hersteld deels door de bewoners deels door de aannemers. Hiervoor was een wederopbouwfonds beschikbaar OP grond van een checklijst kwam met wel of niet in aanmerking voor geldelijke ondersteuning.

Prioriteiten in de wederopbouw tijd hadden de bakkers, slagers en overige winkeliers. Deze winkels waren veelal in particulier bezit. De mensen moesten immers eten, vandaar deze prioriteit. Wie geen akkers bezat voor het verbouwen van groente, koren en veevoeders bestemd voor eigen voedsel en voer voor het vee voor de slacht waren op deze winkels aangewezen Ook werden door de overheid distributie bonnen uitgegeven. Tegen inlevering van deze bonnen kon men gratis levensmiddelen, kleding, koffie, thee en sigaretten verkrijgen. Ook de benzine en olie waren op de bon, dit heette toen zo. Tal van donorlanden hebben ons Nederland met haar inwoners door middel van locale inzamelacties om niet geholpen en ondersteund.

Voor de schoolgaande jeugd werd met spoed op allerlei wijze naar huisvesting gezocht. Ik heb in het oude nonnenklooster klas 1 en 2 tegelijkertijd gevolgd. Op de deel van een grote boerderij werden ook klaslokalen ingericht. Zo snel als mogelijk werd de school aan de aan de Nijmeegsestraat voor de jongens gebouwd. De meisjes werden op twee locaties aan de Dorpstraat ondergebracht. Een gedeelte van de oude jongensschool is tegenwoordig onderdeel van een groter scholencomplex. De meisjes zijn later in twee nieuwe schoollocaties gehuisvest. Tot de jaren zestig werden de jongens en meisjes op aparte scholen gehuisvest.

De prachtige oude kerk, die gedeeltelijk vernield was, is helemaal gesloopt. Dit tot groot verdriet van vele parochianen. Vlak na de oorlog diende de grote zaal van een café als ruimte voor de vieringen. Deze zaal werd daarnaast ook als feestruimte voor bruiloften en partijen gebruikt. Hier heb ik de eerste communie gedaan. Dit onderkomen heeft maar korte tijd als kerk dienst gedaan. Het toenmalige kerkbestuur heeft op eigen kracht het huidige Providentia als noodkerk en parochiehuis laten bouwen. Dit gebouw werd mede gefinancierd met wederopbouw gelden. Deze locatie heeft tot 1952 als kerk gediend en bestaat nog als verenigingsgebouw. In de jaren 1950 tot en met 1952 is de huidige kerk met 1140 zitplaatsen gebouwd. Hier zijn ook gelden uit het wederopbouwfonds aangewend. In deze kerk ben ik als eerste lichting gevormd en heb ik de grote communie gedaan.

Veel van de huizen of andere gebouwen uit de wederopbouw periode die doorliep tot in de jaren 70 worden op dit moment tot rijks- of gemeentemonument verklaard. Op deze wijze wil men de mensen eren die keihard aan de wederopbouw hebben gewerkt. Tevens ontstonden na de oorlog vaak grote gezinnen waarbij de ouders hebben moeten ploeteren en zuinig moeten omgaan met de centjes om het hoofd boven water te houden. Er waren echter nog al wat gezinnen die met hulp en met financiële steun hebben moeten zien rond te komen. Te meer daar niet voor iedereen geschikt werkvoorhanden was. De overheid heeft na de oorlog op tal van plaatsen voor projecten gezorgd om de mensen aan het werk te krijgen. Dit waren de zogenaamde DUW ( dienst uitvoerende werk) werkzaamheden.

Vanuit Amerika heeft het nijvere Nederland ein 1947 voor de opbouw van haar economie veel hulp vanuit het Marshallplan ontvangen. Deze ondersteuning vanuit Amerika gericht op heel Europa werd ons op school duidelijk gemaakt via werkstukjes en vragenlijsten. Mede door deze hulp en steun gingen bedrijven weer produceren, mensen konden weer aan het werk, de consumptie en de export gingen weer draaien en de welvaart ging van start.

Kleindochter Fabienne heeft nav bovenstaand essay nog een aantal vragen aan haar opa Cornelissen gesteld;

Is uw jeugd anders verlopen door de oorlog? De oorlog heeft enige invloed gehad op mijn jeugd. Ik was ruim 5 jaar toen we in september 1944 moesten evacueren. Van de voorafgaande 5 jaar weet ik mij weinig tot niets meer te herinneren. De oorzaak hiervan kan liggen in de alles overheersende gebeurtenis van de oorlogsjaren Deze oorlog brak voor ons landje uit is 1940. Vanaf de jaren 1937/1938 was de mobilisatie van onze krijgsmacht gaande.

Waar woonde u toen de oorlog begon? Toen de oorlog begon woonden wij in Gendt, Dries 17 in een groot huis met schuren. Ons gezin bestond toen uit 7 personen, vader, moeder, 3 jongens en 2 meiden. Wij hadden daar een boerderij met landbouw, fruitteelt, varkens, kippen en een paar koeien.

Bent u gevlucht toen de oorlog begon, zo ja waar naar toe, en waarom precies daarheen? Wij zijn tijdens de oorlog, in september 1944, onder dwang van de Duitse bezetters moeten vluchten. Dit heette toen der tijd evacueren. Ik kan mij nog vaag herinneren dat mijn ouders niet weg wilden. Mijn vader is onder de dreiging van een revolver weg gegaan. Mijn vader duwde een wagen met hoogst noodzakelijke spullen, mijn moeder en 5 koters zijn via het veer in Pannerden naar de Achterhoek gelopen. De koters mochten om beurten op de wagen zitten. De Duitsers hadden het paard van mijn ouders in beslag genomen.De regio waar naar toe werd van hogerhand aangewezen. Geen keuze. Dit betekent dat uit ons gebied de Overbetuwe mensen vooral over het oosten en noorden werden verspreid.

Waar was u toen de oorlog eindigde, en waarom was u daar? De familie Welling uit Sinderen heeft ons van september 1944 tot mei 1945 onderdak geboden. Deze familie woonde op een grote boerderij en mijn vader heeft voor kost en inwoning hard meegewerkt op het land en in de stallen. Wij hadden een eigen keuken en twee slaapkamers, een voor mijn ouders, en een voor de 5 kinderen. Wij sliepen met zijn vijven op een rijtje in een joekel van een bed. Ik weet nog dat deze familie op de grote boerderij wat eten en drinken betreft helemaal voor zich zelf konden zorgen. Zij maalden zelf hun eigen graan, bakten hiervan brood, de kippen zorgden voor de eieren, de varkens voor het vlees en de koeien voor de melk.

Hoe vond u het om te zien dat uw dorp helemaal verwoest was na de oorlog? Mijn herinnering is dat er tamelijk veel kapot was geschoten door bommen of granaten en of door dynamiet torens waren opgeblazen. De wegen waren slecht of niet begaanbaar doordat gaten waren geslagen door ontploffingen. Op diverse plaatsen werd munitie, die niet was gebruikt of niet was ontploft, aangetroffen. Het aanzicht van het verwoeste Gendt en omgeving was bedroevend en menig vader en moeder hebben moeten huilen bij zien van zoveel ellende. Her en der lagen kadavers van dieren verspreid. Ons huis had schade door de inslag van granaten opgelopen. Met wat timmer- en metselwerk werd de schade provisorisch hersteld en konden we ons leven weer oppakken. Mijn ouders waren erg verdrietig toen zij de verwoestingen zagen. Zij zijn echter niet bij de pakken gaan neerzitten en hebben de handen uit de mouwen gestoken. Mijn vader had een radio in de schoorsteen gemetseld en deze kwam nog in redelijk staat te voorschijn. De wederopbouw had een aanvang genomen.

Wat was uw bijdrage aan de wederopbouw van Gendt? Gezien mijn leeftijd heb ik nog weinig kunnen doen. Schoonmaken was het eerste devies en daar hebben we allen aan meegewerkt. Toen dit achter de rug was hebben we met onze ouders op het land gewerkt en bij poten en oogsten geholpen. Er is hard gewerkt om de scholen weer te openen zodat we weer konden leren. Naast het werk op de boerderij heeft mijn vader, als er tijd vrij was, bij een aannemersbedrijf in de woningbouw gewerkt

Gendt, mei 2011

Naar het overzicht