•• OPDAT WIJ NIET VERGETEN. ••

contact

Bijeenkomst fam.Wouters t.g.v. 50 jaar bevrijding

Het was een heel prettige gewaarwording door de familie Wouters en aanhang te worden uitgenodigd voor een gezellig samenzijn in het kader van de bevrijdingsfeesten. Dat dit gebeurt in het restaurant van een nazaat van de familie Bebseler lijkt geen toeval, maar is wellicht een extra motivatie voor het welslagen van de happening. Inderdaad het elkaar individueel bezoeken is moeilijk, maar dat het nu op deze manier gebeurt is schitterend. Immers de band met de familie Wouters is ontstaan door het oorlogsgeweld dat Huissen e.o. na de luchtlanding van de Geallieerden in september 1944 trof. Dat is een aparte maar toch ook innige band. Wanneer we heden ten dage de vluchtelingenstroom in het voormalige Joego-Slavië bezien, dan denken wij ouderen nog wel eens terug aan het najaar 1944, toen ook de familie Wouters met wat have en goed het oorlogsgeweld ontvluchtte en misschien door puur toeval in Delden terecht kwam.

 

Onderkomen in Delden.

Het eerste onderkomen vond de familie Wouters bij bakker Vehof te Zeldam gem.Ambt-Delden. Het pand van die familie lag langs de straatweg van Delden naar Goor. Over die straatweg trokken de Duitse troepen terug en natuurlijk was dit voor de Geallieerde oorlogsvliegers aanleiding bij tijd en wijle beschietingen uit te voeren. Speciaal vader Wouters – Stefke is een meer bekende benaming – had de schrik, na de in Huissen opgedane oorlogservaringen, flink in de benen. Na een tweetal weken werd uitgezien naar een ander adres en hiervoor werd de Deldense geestelijkheid ingeschakeld. Ik herinner me nog goed dat de kapelaan een bezoek aan ons afstak om de verhuizing van de familie Wouters naar huize Bebseler te regelen. De solidariteit onder de bevolking was door de vele intimidaties van de moffen tot grote hoogte gegroeid en mijn ouders stemden toe, zonder ook maar even te overwegen welke mensen zij in huis haalden.

Ik zie ze nog aankomen. Vader Stefke en vrouw”zusje”. Nog niet geheel op de hoogte hoe een mensenleven zich ontwikkelde, dacht ik toch dat – ondanks de schrale oorlogstijd – zus Wouters voldoende boerenkool naar binnen had gewerkt om te groeien naar een bepaalde status. Maar wist ik dat een kindeke klein zich ontwikkelde in de moederschoot. Op 1 november 1944 kwam het naar buiten in het ziekenhuis te Delden. Dat mijn moeder Engel heette was niets bijzonders, maar dat de baby naar haar zou worden genoemd raakte bij een ieder van ons een gevoelige snaar. Ze is dus nu al 50 jaar die lieveling, aanvankelijk opgegroeid met melk van de Twentse roodbonte koeien. Het is haar aan te zien.

Met de ouders kwamen Hans (4 jaar) en Miep (2 jaar) de deur bij ons binnen. De eerste dagen waren goed voor wat verkenning. Met Miep ging ik naar de appelhof om de van de bomen gewaaide appels op te rapen. Het kind begon plotseling te brullen en wilde naar haar moeder. “Nu niet langer meer “schrauwen”zei zus. Ofschoon er uiteraard geen vertaler in de buurt was, begreep ik toch waar het om ging. Hans speelde al vlug met de buurtkinderen, ook met Jootje van de Kampmeester. Die laatste kwam op een gegeven moment bij ons de deur binnen en zei hevig verontwaardigd:”Hansje hef aower’n overal hen dret’n”. Met nog een beetje kennis van de Twentse taal is ook hiervoor geen vertaler nodig. De vergelijking tussen koe en stier had Hans nog niet helemaal door. Zeer verbaasd constateerde hij dat het laatstgenoemde beest”onder de buuk” piste.

Hol bouwen.

De oorlogshandelingen ontwikkelden zich niet zo wij dit graag zouden hebben gewenst. De slag bij Arnhem werd door de Geallieerde troepen verloren en de bevrijding bleef daardoor nog een half jaar uit. De bruggen over het Twentekanaal( brug weg naar Goor en Sluis te Wiene) werden door de Duitsers en landwachters( dit waren met de Duitsers heulende landgenoten) bewaakt. Te vaak zwierf het gepeupel langs de boerenerven, waardoor bij de ouderen de angst ontstond te worden opgepakt voor tewerkstelling in het Groot-Duitse rijk. Daarom was op het erve Bebseler in de graanschuur een hol gebouwd, waarheen je kon vluchten wanneer het te heet onder de voeten werd. Overigens beperkten de moffen en verraders zich tot het uiten van dreigementen om zodoende van de boeren, door de schrik begaan, extra voedsel los te krijgen. Daarom hadden we via de gemeente plakkaten losgeweekt met het opschrift: SCHURFT BESMET GEBOUW. Dat hielp om de bandieten van de deur te houden.

Onderduikers en slachten.

Stefke en Zus hielpen op resp. de boerderij en in het huishouden. Door de voortdurende razzia’s in de steden waren er daardoor ook veel onderduikers op de Twente boerenerven te vinden. Zo ook op het erve Bebseler. Ook die categorie mensen hadden eten nodig, zodat in het huishouden assistentie meer dan nodig was. Hoeveel schapen en varkens er in die tijd werden geslacht weet ik niet meer te zeggen. Punt was er moest eten zijn en daarmee basta.

Een aardige anekdote mag ik jullie niet onthouden. Hans kreeg ook lucht van de klandestiene slachtpartijen. Met nadruk werd hem er op gewezen dat hij dit aan niemand mocht vertellen.

“Ook het slachten van een ki(e)p niet,”was de vraag van het ventje. Ja dat mocht dan wel. Toen moeder Bebseler aan tafel vlees van een pas geslacht varken rond deelde merkte de slimmerik op:”Lekker opoe, heej een ki(e)p geslacht?”

Plezier maken.

Niet alleen de oorlogshandelingen laten herinneringen na. Ook het vele plezier dat we, ondanks de ellende, toch met elkaar hadden. Met Stefke kaartten we soms midden op de dag in de schuur en dan ook nog om geld, dat echter nauwelijks nog waarde had. Ook richtten we een kerkkoor op en ik herinner me dat we probeerden het Credo vierstemmig te zingen. De enigszins doven onder ons hebben het daar misschien wel van over gehouden. Vader Bebseler was een verwoed liefhebber van het kaartspel. Automatisch werd ook Stefke hierbij betrokken. Vele avonden in de winter’44 – ’45 hielden zij zich hiermee zoet.

 Ook zagen we nog kans op een afgelegen plek, in de weide van Rottink te Deldenerbroek, een voetbalwedstrijd te organiseren tussen de evacué’s uit Huissen e.o. en de jongens uit Wiene. Ook de welbekende oom Frans speelde mee. Met tranen in de ogen en de handen voor een edel lichaamsdeel houdende, verliet hij op een gegeven moment het speelveld. Het is nu nog moeilijk te raden. Inderdaad hij had de bal precies voor”precies”gekregen.

Familie Willems.

Niet onvermeld mag blijven dat ook de familie Willems( zus van Stefke), die elders in het land zaten te verhongeren, naar Delden werd gehaald. Zij werden bij enkele boerenfamilies in de buurt ondergebracht. Voor dochter (Truus(je) kon geen plaats worden gevonden. Zij werd dus ook maar naar ons huis gehaald. Later emigreerde zij naar, ik meen Australië. Graag zouden we ook haar nog eens terugzien.

Ook oma Wouters en tante Nel verbleven bij ons in de buurt en wel bij de familie Rottink. Oma heeft veel gejammerd omdat zij telkenmale bij geruchte vernam dat haar zoon Chris, die ergens in het westen vertoefde, was omgekomen. Hoe vaak die man dood is verklaard weet ik niet meer. Oma heeft het in ieder geval wel bij het verkeerde eind gehad. Oom Chris is bij mijn beste weten stokoud geworden.

De bevrijding.

Geleidelijk aan kwamen de Canadese troepen in April’45 richting Twente. De gevechten langs het Twentekanaal en ons verblijf in een silo bij het erve Bomhof en een ondergronds verblijf bij Rottink te Deldenerbroek verdwijnen nooit uit onze herinneringen. Evenzo nooit het zien van de Canadese bevrijders. We waren vrij en onze evacué’s konden weer aanstalten maken richting Huissen te vertrekken. Stefke ging in mei’45 als een soort kwartiermaker terug. De rest van zijn gezin volgde ongeveer een maand later.

                                                                

Riek Bebseler en Gerrit Wouters 1947

De band met de familie Wouters ging nooit kapot. Dit zal zo blijven. Het hapje en het drankje hoort daarbij. Nog bedankt voor de uitnodiging. Nogmaals dat vonden wij van de familie Bebseler schitterend.      

Dit waren enkele losse grepen uit een moeilijke periode. Ik meende goed te doen die ter kennis van de familie Wouters te brengen .                                                      

Delden,30 september 1995. 

Gerard Bebseler                                                                         

1.Nico 2.Engelien 3.Miep 4.Hans 5.Kees 6. Gerrit 7. Grada Wouters-Buurman -1964

Bewerking: H.Hoen-Huissen april 2017.

Naar het overzicht