Liedjes

Lied "Eens zal de Betuwe in bloei weer staan" uit 1946. Uitvoering door het Metropole orkest o.l.v. Dolf van der Linden.

Na de Tweede Wereldoorlog bracht geen andere liedtekst het verlangen van de Nederlandse bevolking naar een mooiere toekomst beter tot uitdrukking dan ‘Eens zal de Betuwe in bloei weer staan’ (tekst en muziek: Han Dunk). De oorzaak voor het schrijven van dit lied ligt al in december 1944, het jaar dat de Duitse Wehrmacht de dijken van de Rijn doorstaken bij Elden en de gehele Betuwe tot aan Lienden onder water kwam te staan. De gehele oogst van 1945 was daardoor verloren gegaan.
Het werd in 1946 een radiohit in de uitvoering van het net opgerichte Metropole Orkest van Dolf van der Linden. Het liedje werd vertolkt door Netty van Doorn (pseudoniem van omroepster Netty Rosenfeld). Voor een speciale benefietavond ten bate van het Rode Kruis op 7 maart ’46 in het Amsterdamse Concertgebouw – het eerste optreden van het orkest buiten de radiostudio – bracht ze het in een speciale uitvoering samen met de achtjarige zoon van de dirigent, Kinge van der Linden. Het betreft hier vermoedelijk de oudst bewaarde opname van het Metropole Orkest.

After World War II, the lyrics of no other song expressed the longing of the Dutch population for a better future more vividly than 'Eens zal de Betuwe in bloei weer staan' (One day, the Betuwe area will flourish once more / words & music by Han Dunk). In 1946, the song, performed by Dutch Radio's light entertainment ensemble, the Metropole Orchestra, was massively popular amongst radio listeners. The Metropole Orchestra, founded by Dolf van der Linden, had given its first radio concert in November 1945. This particular song was performed by Netty van Doorn (pseudonym of radio speaker Netty Rosenfeld). On the occasion of a charity performance for the Netherlands' Red Cross (March 7th, 1946) in the Concertgebouw auditorium in Amsterdam - the Metropole Orchestra's first-ever concert away from the radio studios - Netty van Doorn performed the song in a duet with Kinge van der Linden, the conductor's eight-year-old son. This is probably the oldest preserved recording of the Metropole Orchestra.

 

Spotliedje van de 10e mei 1940. De maker van het filmpje is Dick Rintjema

 

Lied uit de begindagen van de oorlog 1940

De ochtend van de tiende mei

De zon stond aan de kim

Toen kwam er van de Oostergrens

Een vreemde vijand in

En allen waren toen paraat

En vochten hand in hand

En menig dappere soldaat

Viel voor zijn vaderland

Refrein

Ik denk aan hen, aan hen die zijn gevallen

Ik denk aan hen, in diepe medelij

Ik denk aan hen, aan al die duizend tallen

Die stierven op de Grebbe zij aan zij

 

Ons land verloor-de vijand kwam

En nam toen Holland in

Regeerde met zijn sterke hand

Vol ernst en valse zin

Maar Hollanders wij houden steeds

De Oranje boom in ‘t oog

O,Nederland, mijn Nederland

Wat waard gij vroeger schoon

Refrein

Al is Holland geen Holland meer

Waait nu de Duitse vlag

Houdt goede moed de tijd komt weer

Ja, zeker komt de dag

Dat van die gindse toren daar

De rood-wit-blauwe vlag

Over dit kleine Nederland

Zijn zege brengen mag

Refrein

En onze lieve koningin

De moeder van het land

Verraden door een handje volk

Zit nu in Engeland

Mijn Nederland, mijn Nederland

Al ben je nog zo klein

Een echte Nederlander kan

Toch nooit een Duitser zijn

Refrein

De ochtend van de tiende mei de zon stond aan de kim

Toen kwam plots uit de verre oost een vreemde vijand in

Soms ratelt er een mitrailleur en toost mij inderdaad

Een Nederlandse ooievaar met een oranje staart

 

Denk ik aan hen aan hen die zijn gevallen

Ik denk aan hen in diepe medelij

Ik denk aan hen aan al die duizendtallen

Die stierven op de Grebbe zij aan zij

 

Archief: Gerry Smink-Bles te Westervoort