De Stichting Musea en Herinneringscentra 40-45 ( SMH 40-45) is het samenwerkingsverband van 13 Nederlandse musea en herinneringscentra die zich richten op de periode 1940-1945.
Op allerlei terreinen werken deze centra samen en men richt zich op versteviging van de maatschappelijke positie door verbreding van het publieksbereik.Dat gebeurt door het erfgoed te presenteren vanuit een actuele positie en door efficiënt en effectief samen te werken.
Belangrijke pilaren waarop men bouwt zijn:
Beleidsbeïnvloeding, Fondsenwerving,Professionalisering, Productontwikkeling en Kennisdeling.
Extern voorzitter van het bestuur is de heer Fred de Graaf, een bekende in de publieke wereld.Hij staat bekend als iemand die begaan is met het thema.
Op vrijdag 2 december vond in het Bevrijdingsmuseum te Groesbeek de eerste conferentie plaats waar tientallen deelnemers aanwezig waren.Het programma was uitdagend gemaakt, want een grote verscheidenheid aan WO II elementen werd gepresenteerd. Daarbij werd bijvoorbeeld een heus WO II voedsel item op een vernieuwende manier gepresenteerd.
Daarbij ging het veel verder dan tulpenbollensoep.....
Natuurlijk waren wij ook op deze dag aanwezig en er werden nuttige contacten gelegd of verder aangehaald:
Dat geldt bijvoorbeeld voor het Bevrijdingsmuseum,de Airborne Feelings,de stichting Sunset March en de stichting Groesbeek Airborne Vrienden, Dr. Frank Mehring e.a.
Van onze zijde kon worden ingebracht, dat met name hetgeen in de Betuwe is gebeurd in de periode '44-'45 in al zijn facetten waardevol is om nooit te vergeten. Daarbij werd gewezen op de ontwikkeling van het outdoor Herinneringslandschap als aanvulling op de Musea ( indoor).
Tevens werd gewezen op 2 december, die als zodanig niemand paraat leek te hebben..... deze tweede december 1944 was de datum waarop de Betuwe door de bezetter onder water werd gezet.
We kregen gelegenheid op te merken, dat juist dit een reden is om in samenwerking met de stad Kleef, de Euregio en de gemeenten Lingewaard, Overbetuwe en de Liberation Route Europe markeringen te realiseren.
Natuurlijk was er gelegenheid genoeg om nader kennis met elkaar te maken en om het museum te bezoeken.
We verwachten dat vanuit dit ( groeiende) netwerk stappen kunnen worden gezet richting een breed publiek.
Naar het overzicht